Een verlichtingsplan maken: 5 Tips

Stel je voor. Eindelijk kan je ‘officieel’ gaan intrekken in je nieuwbouwhuis of juist verbouwde woning. Je kijkt er al weken, maanden of zelfs jaren naar uit om je eindelijk voor de open haard te nestelen met een beker hete chocolademelk (mét slagroom). Tijdschrift erbij, kat op schoot en genieten maar. Maar als je eenmaal zit, ben je toch niet helemaal happy. Je kunt je tijdschrift niet zo goed lezen en dit terwijl je toch echt nog geen 75plusser bent. Dus je klimt weer van de bank en gooit de dimmer (die je gelukkig hebt laten installeren) van de lamp maar eventjes omhoog. Je installeert je weer en de moed zakt je nu direct al in de schoenen; Het is superongezellig, want veeeel te licht… Zucht.

Als je een nieuwbouwhuis gaat bouwen of je woning gaat verbouwen, dan is dat de kans om het vanaf het begin direct goed te doen. Je zult merken dat al heel vroeg in het proces je de vraag krijgt van de aannemer om de punten voor de (vaste) verlichting door te geven. Voor velen reden tot paniek, want men heeft geen flauw idee waar deze punten moeten komen. Met deze 5 tips help ik je op weg.

Tip 1 Maak een plan

Het belang van een goede verlichting in je huis is veel groter dan de meeste mensen denken. Het zorgt voor sfeer, voor warmte en het zorgt voor comfort en functionaliteit. Wat een mooi armatuur is weten we vaak wel, maar hoe het nu precies zit met de punten is voor velen een uitdaging. De belangrijkste stap is om de tijd te nemen en even rustig te gaan zitten voor het maken van een verlichtingsplan. Je bent dan al een heel eind.

Tip 2 Denk na over de soorten verlichting

Allereerst moet je nadenken over de verschillende soorten licht die je nodig hebt in je woning. Zo is er:

  • Natuurlijk licht
  • Basisverlichting
  • Accentverlichting
  • Functionele verlichting
  • Sfeerverlichting
  • Decoratieve verlichting

Natuurlijk licht is het licht dat binnenkomt door ramen, deuren, daklichten en andere ‘gaten’ in je huis. Heb je veel (grote) ramen, dan zal je tot later op de dag zonder kunstlicht kunnen leven. Heb je een woning met alleen ramen aan de voor- en achterzijde bijvoorbeeld, dan moet je ook overdag regelmatig je toevlucht nemen tot een lampje.

Basisverlichting is de verlichting die je aandoet om je woning gelijkmatig te verlichten. Er ontstaat een egaal licht dat ervoor zorgt dat je je makkelijk kunt bewegen in je woning of dat je aan kunt doen als je moet stofzuigen of je lens wilt zoeken bijvoorbeeld. Meestal zijn dit hanglampen en plafondspots. Dit is je uitgangspunt voor de rest van je verlichting. Zorg ervoor dat deze verlichting dimbaar is zodat je altijd de intensiteit kan regelen en het sfeervoller kunt maken.

Accentverlichting is het licht dat een bepaald element in je interieur uitlicht. Dit kan bijvoorbeeld een schilderij of kast zijn. Het is meestal een bundeltje licht.

Functionele verlichting is de verlichting die je nodig hebt op plekken waar je bijgelicht moet worden bij je bezigheid. Denk bijvoorbeeld aan spots boven je aanrecht of een leeslamp. Ze zorgen ervoor dat je goed kunt zien wat je doet.

Sfeerverlichting is de verlichting die je gebruikt om een mooie sfeer te maken in je huis. Het is meestal verlichting die niet direct de ruimte in schijnt, maar bijvoorbeeld weerkaatst tegen de wand (bij wandlampen) of door een lampenkap heen schijnt (bij een vloerlamp met kap).

Decoratieve verlichting is verlichting die alleen wordt gebruikt als decoratie. Ze heeft eigenlijk weinig functie. Denk bijvoorbeeld aan letters die licht geven of kerstlampjes.

Tip 3 Maak een indeling voor je huis

Nu je weet wat voor typen licht er zijn, kan je ze gaan toepassen in je huis. Om te weten wat je waar nodig hebt, zul je echter eerst een indeling moeten maken. Dit dient best een gedetailleerde indeling te zijn. Immers, om spots boven je kookeiland te kunnen laten plaatsen moet je precies weten waar dit kookeiland komt te staan. En om te weten waar de punten voor je hanglampen boven de eettafel moeten worden aangebracht, moet je weten waar de tafel komt te staan en hoe groot deze wordt. Pas als je al de details voor je indeling kent, kan je pas echt een goed overdacht verlichtingsplan maken.

Tip 4 Denk na over de armaturen

Bij het kiezen van armaturen speelt de kap een grote rol. Is deze helemaal open? Open aan de bovenkant en onderkant? Of alleen aan de onderkant? Is de kap transparant en laat hij licht door of juist helemaal niet? Dit heeft veel gevolgen voor de sfeer. Lampen zonder kap (waarbij de lichtbron volledig zichtbaar is) zorgen ervoor dat je direct in het licht kunt kijken. Dit kan fijn zijn om een ruimte algemeen te verlichten, maar het is dus wel wat minder intiem. Kies je voor lampen die een kap hebben maar waar je doorheen kunt kijken dan heeft dat tot gevolg dat je gefilterd licht krijgt. Dit is sfeervol, maar niet altijd praktisch als je veel licht nodig hebt. Een halfdichte kap zoals een koepellamp geeft alleen licht naar onderen. Dit kan een intiem gevoel geven, maar als je ze heel fel moet aanzetten om genoeg licht te krijgen, kan je een beetje het gevoel krijgen dat je in een politieverhoor zit. Dit effect kan je verminderen door een aanvullende lichtbron toe te passen.

Lamp met ‘open’ kap, lichtbron is zichtbaar

Lamp met deels gesloten kap, niet transparant

Lamp met deels open kap en semi-transparant

Lamp met half open kap, niet transparant

Tip 5 Begin op tijd!

Last but not least. Begin op tijd! Laat je niet verrassen door de opgelegde deadlines van de aannemer of electricien. Zorg dat je zo snel mogelijk nadat je weet dat je een nieuw huis gaat bouwen of verbouwen na gaat denken over de indeling en de verlichting. Zo weet je zeker dat je nog alle tijd hebt om na te denken over de sfeer en functionaliteit.

Het verlichtingsplan is een heel belangrijk onderdeel van het totaalplan voor je interieur. Wil je dit ook? Neem dan contact op!